Als ZZP’er of kleine ondernemer kom je regelmatig technische termen tegen als het gaat om internet, beveiliging en privacy. Hier is een handige lijst met veelgebruikte termen en hun betekenis in eenvoudige taal.
VPN (Virtual Private Network)
Een VPN versleutelt je internetverbinding en maakt deze anoniem. Dit betekent dat je veiliger kunt browsen, vooral op openbare netwerken, omdat anderen niet zomaar kunnen meekijken of je gegevens kunnen onderscheppen.
Latency
Latency is de vertraging tussen het verzenden en ontvangen van data over het internet. Hoe lager de latency, hoe sneller en soepeler bijvoorbeeld videogesprekken en online games werken.
WPA (Wi-Fi Protected Access)
Een beveiligingsprotocol voor WiFi-netwerken. WPA3 is de nieuwste en veiligste versie, die je verbinding beter beschermt tegen hackers.
Firmware
De ingebouwde software van een apparaat zoals een router of printer. Fabrikanten brengen updates uit om beveiligingslekken te dichten en prestaties te verbeteren, dus het is belangrijk om je firmware up-to-date te houden.
Two-Factor Authentication (2FA)
Een extra beveiligingslaag waarbij je naast je wachtwoord nog een tweede verificatie moet invoeren, zoals een code die je via sms ontvangt of een authenticator-app.
Phishing
Een vorm van online oplichting waarbij criminelen je proberen te misleiden om persoonlijke gegevens zoals wachtwoorden of bankgegevens te delen. Dit gebeurt vaak via valse e-mails of nepsites.
End-to-end encryptie
Een manier van versleutelen waarbij alleen de verzender en ontvanger de berichten kunnen lezen. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt bij WhatsApp en Signal om gesprekken privé te houden.
Brute force-aanval
Een hackmethode waarbij een computerprogramma duizenden wachtwoordcombinaties probeert totdat de juiste is gevonden. Sterke, lange wachtwoorden en 2FA helpen hiertegen.
DDoS-aanval (Distributed Denial of Service)
Een cyberaanval waarbij een website of server wordt overspoeld met verkeer, waardoor deze onbereikbaar wordt. Dit wordt vaak gebruikt om bedrijven of diensten tijdelijk plat te leggen.
Zero-day lek
Een beveiligingsfout in software die nog niet door de ontwikkelaar is ontdekt of opgelost. Hackers kunnen hiervan misbruik maken voordat er een update beschikbaar is.
Trojan horse (Trojaans paard)
Kwaadaardige software die zich voordoet als een legitiem programma, maar in werkelijkheid je systeem infecteert en bijvoorbeeld je gegevens steelt of controle over je apparaat neemt.
Dark web
Een verborgen deel van het internet dat niet via normale zoekmachines te vinden is. Hier wordt zowel legale als illegale handel gedreven, waaronder gestolen gegevens en hackingtools.
Firewall
Een beveiligingsbarrière tussen je computer en het internet, die ongewenst verkeer blokkeert en je beschermt tegen cyberaanvallen.
Malware
Een verzamelnaam voor schadelijke software zoals virussen, spyware en ransomware, die je apparaat kan infecteren en schade kan aanrichten.
Ransomware
Een type malware dat je bestanden versleutelt en pas weer vrijgeeft als je losgeld betaalt. Regelmatig back-ups maken helpt je hiertegen beschermen.
Cloudopslag
Een online opslagdienst zoals Google Drive of Dropbox, waarmee je bestanden veilig kunt bewaren en vanaf verschillende apparaten kunt openen.
Spyware
Kwaadaardige software die stiekem je activiteiten bespioneert en gevoelige informatie verzamelt, zoals wachtwoorden of creditcardgegevens.
Adware
Software die ongevraagd advertenties weergeeft op je apparaat, vaak met als doel geld te verdienen of je gegevens te verzamelen.
Keylogger
Een type malware dat toetsaanslagen registreert, waardoor hackers kunnen achterhalen wat je intypt, zoals wachtwoorden en bankgegevens.
Social engineering
Een manipulatietechniek waarbij cybercriminelen mensen misleiden om vertrouwelijke informatie prijs te geven, bijvoorbeeld via telefonische oplichting of phishing.
Man-in-the-middle aanval
Een cyberaanval waarbij een hacker zich tussen twee partijen plaatst om communicatie af te luisteren of gegevens te stelen.
SSL/TLS-certificaat
Een digitale beveiligingssleutel die ervoor zorgt dat websites een veilige verbinding gebruiken (herkenbaar aan het slotje in de adresbalk en ‘https’).
Back-up
Een kopie van je bestanden of gegevens, opgeslagen op een andere locatie, zodat je deze kunt herstellen bij verlies of cyberaanval.
Patch
Een update voor software of een besturingssysteem die fouten herstelt en beveiligingslekken dicht.
Botnet
Een netwerk van geïnfecteerde computers die op afstand door hackers kunnen worden bestuurd, vaak gebruikt voor DDoS-aanvallen of spamcampagnes.
Hashing
Een proces waarbij gegevens, zoals wachtwoorden, worden omgezet in een unieke code die niet eenvoudig terug te draaien is. Dit wordt gebruikt voor extra beveiliging.
Exploit
Een zwakke plek in software of hardware die misbruikt kan worden door hackers om toegang te krijgen tot een systeem.
Rootkit
Geavanceerde malware die zich diep in een systeem nestelt en verborgen blijft, waardoor hackers op de achtergrond controle kunnen houden.
Penetratietest (pentest)
Een gesimuleerde cyberaanval op een systeem of netwerk om kwetsbaarheden te ontdekken en te verhelpen.
Wil je meer weten over veilige digitale werkomgevingen en hoe je jezelf als ondernemer kunt beschermen tegen cyberdreigingen? Bekijk dan onze andere blogs en tips!